Dit is de doos die vanmorgen door de postbode werd gebracht (en die door zoonlief aangenomen werd, omdat ik nog lekker lag te slapen...).
Schone, gekaarde wol om te spinnen (ben door mijn eigen voorraadje heen en de merino die ik wel heb liggen, vind ik niet zo fijn spinnen. Die was eigenlijk ook bedoeld om te vilten). Een grote knoedel wit, wat Bluefaced Leicester, wol uit Tibet (bruin) en IJsland (donkergrijs). 2 Bollen dunne lintwol (bedoeld voor sloffen, ik weet dat ik daar een aantal mensen uit mijn familie erg blij mee maak), 2 bollen oudroze lamswol uit de koopjeshoek (nog geen concrete plannen voor, maar het past, zie ik nu, wonderschoon bij de roze lontwol), reserve-sokkennaalden in 3,5 en een aantal strengen sokkenwol om nog te verven. Oh ja, en een fles Latex. Om de wollen sloffen hier in huis (en de sloffen die nog gaan komen) een anti-slip zool te geven. Want hoewel vloerglijden hartstikke leuk is, is het natuurlijk ook best hartstikke link (op gladde vloeren is een onverwachte swieper zo gemaakt). Al is D. het daar beslist niet mee eens. Zijn sloffen mag ik dus ook absoluut beslist niet latexen. Ach ja, jongetjes van 6....
Ik heb net een pluk van de Bluefaced Leicester wol zitten spinnen. Mijn hemel, die wol is zo zacht. Het spint ook echt fantastisch. Ik kon me maar met moeite achter mijn (oeps, mijn geleende) spinnewiel wegtrekken om dit blogje te schrijven :o)
Misschien ga ik morgen weer eens wat wol verven. Dat is alweer veel te lang geleden.
1 opmerking:
Zó..jij pakt het tenminste meteen goed aan!
Geen tijdverliezen met wassen en kaarden.
Jéééé, daar heb ik jaren over gedaan om dat te leren
Een reactie posten